1

Tip van de Maand – Juni 2017

Spray op speen.

Het lijkt logisch maar de desinfectiespray die na de melkbeurt op de spenen wordt gesprayd moet wel goed terecht komen.

Nu de ventilatoren weer vol aan staan, en alle windbreekgaas weer zoveel mogelijk open staat, gebeurt het nog wel eens dat ook de desinfectiespray weggeblazen wordt voor dat het op het speen komt…. En dan werkt het niet.

Komt de spray bij alle koeien niet goed terecht, kijk hiernaar. Als het aan de ventilator ligt moet deze verplaatst of beschermd worden. Dat zou wel  jammer zijn want onder de koe zijn de vliegen ook het vervelendst.
Het komt voor dat de spraynozzel, een beetje of helemaal, verstopt zit.
Ook kan de spraybaan niet goed ingesteld zijn, dat kan de monteur bijstellen.

Komt het bij enkele koeien niet goed terecht dan kunt u overwegen de spray instelling voor deze koe op “Normaal” of juist op “Economisch” om te zetten.

 




Tip van de Maand – Mei 2017

Robot &  Weiden.

Voor succesvol weiden op bedrijven met melkrobots zijn enkele spelregels erg belangrijk:

  • Ze leren weiden als jongvee!
  • Weiden: Het sleutelwoord is  “Vroeg” :  Vroeg in het (voor)jaar, vroeg in de morgen, en vroeg, dus op jonge leeftijd het grazen leren, zijn belangrijk voor succesvol weiden.
  • Heb goed voor ogen wat haalbaar is, hebt u het hele seizoen veel gras voor de koe en hoeft u weinig in de stal te voeren, of is gras slechts als een toetje, een weilandje als uitloop, speelweide, en wordt er veel in de stal bijgevoerd. Dit is erg afhankelijk van de hectares grasland, huiskavel, ten opzichte van het aantal koeien.
    Als je hierin een overschatting maakt kom je bij de geringste weersverandering of verder in seizoen in de knoei
  • Koeien moeten steeds “getriggerd” worden om te bewegen: zijn ze in de stal dan moeten ze graag naar het weiland willen, zijn ze in het weiland dan moeten ze ook weer graag naar de stal / robot willen.
    Dit wordt het beste gehaald door de koeien alle dagen (alle keren) vers gras aan te bieden en in de stal pas nieuw bijvoer te geven als ze buiten zijn.
    Het is het mooist wanneer ze eerst langs de robot(s) moeten als ze de stal binnen komen en pas bij het voerhek kunnen komen na een bezoek aan de robot.
  • Buiten de stal moeten koeien makkelijk in het weiland kunnen komen en liefst de stal altijd in zicht hebben.
  • Weideselectiepoort, Smartgate, kan het een stuk makkelijker maken.
  • Kavelpad moet breed genoeg zijn, liefst een tweebaansweg, maar in ieder geval zo dat dominante koeien niet de kans krijgen anderen tegen te houden.
  • Drinken is, vooral bij warm weer, wel belangrijk! Maar liefst op kavelpad, op route naar de stal / weide.

Stichting Weidegang (Universiteit Wageningen)  heeft 5 mogelijkheden uitgewerkt, met wat het juiste beleid daar bij is.
Men gaat er van uit dat de gemiddelde koe 15 kg droge stof ruwvoer per dag vreet.
Mogelijkheid 1 is maximaal weidegras, dat betekent 13 kg ds gras en 2 kg ruwvoer bijvoeren in de stal.
Mogelijkheid 5 is minimaal weidegras 2 kg, en 13 kg bijvoeren in de stal.

En daar zitten mogelijkheden 2, 3, 4 tussen met steeds iets minder gras en meer bijvoeren dan bij mogelijkheid 1.

Van nature vreet de koe het liefst ’s morgens als ze in de weide komt en ’s avonds voor de schemer invalt. En dan, veilig verstopt, onder een boom gaat herkauwen. Ook daar op inspelen met vers gras of op tijd ophalen maakt weiden leuker.
De boom als beschutting is tegenwoordig vervangen door het dak van de stal.

Als het warm weer is kun je dat juist benutten door de koeien ’s avonds en ’s nachts te weiden in plaats van overdag.




Tip van de Maand – April 2017

Instellingen rond reinigen na separatiemelk.

Wanneer de melk niet in de tank kan of mag  hebt u 4 mogelijkheden. Of de melk gaat in een van de drie kannen, of rechtstreeks in de afvoer. Voor de verschillende situaties zijn ook verschillende reinigingen in te stellen.  DeLaval vindt  het het veiligst wanneer u na de melkbeurt van een koe met antibioticamelk een hoofdreiniging (nr.4) instelt.

U hebt twee mogelijkheden voor Separatiemelk: Separatie 1 en Separatie 2. De melk geprogrammeerd als Separatie 1 wordt ook naar Kan 1  gestuurd, Separatie 2 naar Kan 2.

En twee mogelijkheden voor Biest melk: Biest 1 en Biest 2 gaan beide naar Kan 3 maar u kunt wel een verschillende reiniging programmeren.

Het is handig om Separatie 1 of Biest 1 te programmeren voor lichte gevallen, bij geen penicilline maar u wilt de melk ook niet in de tank (biestmelk van vaars, of van koe die ruim en lang genoeg droog heeft gestaan, kalvermelk, hoog celgetal, …).Dus “1” met eenvoudige reiniging.

En Separatie 2 en  Biest 2 voor zwaardere gevallen (antibioticabehandeling, te kort droog gestaan, …) en dus ook een zwaardere reiniging. Dus hoofdreinigingnr. 4
Bij een “Master-Slave” opstelling kan het handig zijn om hier voor lokale reiniging nr.6 te kiezen.
Dit kunt u overleggen met uw monteur.

In principe kunnen de “1”, de eenvoudige reinigingen, dan met een lokale spoeling toe en de “2” moeten een hoofdreiniging hebben. Afvoermelk zal altijd slechte kwaliteit hebben en altijd met hoofdreiniging geprogrammeerd moeten worden.

“1” voor eenvoudig en “2” voor zwaar is makkelijk te onthouden en ook uit te leggen aan medewerkers en eventuele invallers op uw bedrijf.

In de praktijk hebben veel veehouders ook na een penicillinegeval een lichtere reiniging geprogrammeerd omdat een hoofdreiniging meer tijd kost.

U begrijpt dat DeLaval dat heel link vindt!

Via touchscreen en via handmatig kunt u koeien met afwijkende melk achter elkaar aan melken en daarna de hoofdreiniging doen. Dat is het veiligst en kost de minste tijd.

Type melk Richting Reinigingsvoorstel Voorbeeld koe
Tank Tank Geen Alles goed
Afvoer Afvoer 4 of 6 Hoofdreiniging of Lokale Systeem spoeling Penicillinemelk die u niet wilt bewaren
Separeer melk 1 Separatiekan 1 2 Lokale reiniging Geen tankmelk,
geen penicilline, evt. voor kalveren
Separeer melk 2 Separatiekan 2 4 of 6 Hoofdreiniging of Lokale Systeem spoeling Penicilline melk die u wel wilt gebruiken of bekijken
Biestmelk 1 Separatiekan 3 2 Lokale reiniging Pas gekalfde vaars of koe lang genoeg droog gestaan
Biestmelk 2 Separatiekan 3 4 of 6 Hoofdreiniging of Lokale Systeem spoeling Gekalfde koe met mogelijk penicilline of andere medicijnen wat u wel wilt bewaren
Automatische separatie Separatiekan 1 2 Lokale reiniging Melk volgens de in DelPro opgegeven instellingen gesepareerd



Tip van de Maand – Maart 2017

Voeren 100 dagen voor droogzetten.

De grootste voerfouten worden gemaakt in de transitieperiode en aan het eind van de lactatie.

Nu bespreken we de periode vanaf 100 dagen voor droogzetten.
In deze periode is niet meer de productie van de koe maar haar conditie en activiteit belangrijk voor het bepalen van de juiste (kracht)voergift. En dat ziet een boer beter dan een computer….
Ook de eerste ervaringen met de nieuwe Body Condition Score (BCS) camera laten zien dat het loont om in deze periode tijdig te corrigeren.

Bekijk bij de koeien die binnen 100 dagen droog mogen, of 130 – 230 dagen na laatste inseminatie zijn, hoe is de conditie, productie, voergift en de VMS bezoeken.
Heeft ze meer of minder energievoer nodig? Meer of minder eiwit? Meer….?, of minder….?

Het is handig om zelf een lijst te maken waarin behalve de productie van de koe en de voergift ook staat binnen hoeveel dagen ze droog mag.

Zelf maak ik vaak een kopie van de lijst “Voeropname” (rechtermuisknop) en plak die bij “Mijn lijsten”. Dan kunt u met “Ontwerpen” uit de rubriek “Koekalender” de kolom “Dagen tot droogstand” en uit de rubriek “Melken” eventueel “aantal Melkbeurten” met de linkermuisknop meeslepen naar uw lijst.
Met nieuwste versies DelPro zijn deze koeien zelfs te kleuren zodat ze beter opvallen.

Wie deze koeien in beeld heeft pakt levensduur!




Tip van de Maand – Februari 2017

Mestplaat

De mestplaat is bij de VMS een heel belangrijk onderdeel. Hij zorgt niet alleen dat de vloer van de VMS schoner blijft omdat meeste mest en urine zo afgevoerd wordt en de box niet vervuilt, maar is ook een belangrijke indicator om de bewegingen van de koe te volgen zodat ze beter en makkelijker aangesloten wordt.

Let er op dat de koe zo tegen de mestplaat aanstaat dat deze meebeweegt. Zorg dat de koe niet te ruim of te krap in de VMS staat. Dan kan de mestplaat goede informatie doorgeven.

De mestplaat zit wel op de vieste en kwetsbaarste plek. En beweegt bijna 24 uur per dag, 7 dagen per week.
En dus gebeurt het wel eens dat ze niet goed, meer, meebeweegt en geen goede informatie doorgeeft.

U ziet dit meestal voor het eerst wanneer een koe plast. Dan gaat de mestplaat niet vlot genoeg naar voren.
Vaak is dan de veer versleten, “uit” uitgerekt of een stang verbogen.
Of erg vuil natuurlijk.

Er zijn ook bedrijven die een bak om de mestplaat hebben, dat is heel schoon en netjes, maar dan zie je niet of de mestplaat goed beweegt. Dus dan regelmatig echt controleren!